‘Je moet natuurlijk geen luchtverkeersleider willen worden.’ Dat is het studie- en loopbaanadvies dat jongeren die stotteren vaak krijgen. Voor de rest zou de wereld aan hun voeten liggen. Tenminste, als ze een beetje hun best doen op school en over dat vermaledijde stotteren heen groeien of het met stottertherapie/logopedie onder controle krijgen. Anders dan bij slechthorende of slechtziende mensen wordt er van jonge mensen die stotteren verwacht dat het uiteindelijk wel over gaat. Daartoe zullen ze dan zelf een inspanning moeten leveren, zo is het idee.
Neem bijvoorbeeld schrijver Jan van Mersbergen (1971), die als kind matig stotterde. Ter aankondiging van zijn nieuwe roman We moeten praten (uitgeverij Cossee) schrijft hij dat hij het stotteren uiteindelijk “de baas is geworden”. Hij haalt de film The King’s Speech aan. Een verhaal over hoe George VI, de stotterende koning van het Verenigd Koninkrijk tussen 1936 en 1952, wordt klaargestoomd voor een belangrijke speech. “Ik had graag in mijn jeugd zo’n coach gehad”, schrijft Van Mersbergen daarover op zijn blog. “Logopedie, bij mijn weten bestond dat niet eens in de omgeving waar ik opgroeide, en ik kan me niet herinneren dat er ooit iemand sprak over mijn stotteren. Familie, dokters, school. Volgens mij dacht iedereen dat het allemaal niet zo erg was, of dat het vanzelf wel over zou gaan.” Het ging wel over, maar niet zomaar, vervolgt hij. “Ik oefende zelf. Ik moest uitvinden bij welke woorden, en specifiek bij welke letters en lettergrepen ik hakkelde, en op welke momenten.”
Stotteren de baas
Jan van Mersbergen is hierin niet de enige. Miljoenen mensen zijn hun stotteren ‘de baas geworden’. Ongeveer vier procent van alle kinderen begint op een dag te stotteren, aldus Vroeg, een vakblad over ontwikkelingsproblemen. Een kwart van deze stotterende kinderen, één procent van de totale bevolking dus, blijft stotteren: dat zijn de chronische stotteraars. Zij zijn het stotteren ‘niet de baas’ geworden en doorlopen – soms hun hele leven lang – verschillende therapieën. Er staat een hele industrie klaar om deze mensen ‘ontspannener te leren praten’. Blijft het resultaat uit, dan hebben zij het toch echt aan zichzelf te danken. Zij zijn het stotteren niet ‘de baas geworden’, zo is het idee, en dus ‘verliezers’.
Voor deze ‘verliezers’ schrijf ik dit essay. Niet voor de stottertherapeuten, spreekcoaches en logopedisten die meteen in de pen klimmen als er vraagtekens worden gezet bij de effectiviteit van hun werk. Nee, ik schrijf dit essay voor de ‘verliezers’ die zich nauwelijks laten horen. ‘Verliezers’ die zich schamen dat ze ‘nog steeds stotteren’, maar die ik zie als doorzetters in een wereld waarin stotteren niet vanzelfsprekend geaccepteerd wordt. Doorzetters in een schoolsysteem en op een arbeidsmarkt waarin vloeiend spreken de norm is. Waarin het wemelt van vacatures die om ‘uitstekende mondelinge uitdrukkingsvaardigheid’ vragen. Een dwingende functie-eis die nogal wat organisaties standaard opnemen in hun vacatures.
Waarom staat er eigenlijk nooit dat de kandidaat goed moet kunnen traplopen? Een bepaalde politieke en seksuele voorkeur moet hebben? Goed moet kunnen horen en zien? Een zekere levensovertuiging en etniciteit moet hebben? Het antwoord moge duidelijk zijn: dat is op grove wijze in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving. Wie op zoek is naar personeel, zo benadrukt het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), mag geen onderscheid maken op basis van “ras, afkomst nationaliteit, seksuele geaardheid, geloofsovertuiging, geslacht, leeftijd, handicap of chronische ziekte”. Bij doofheid is het duidelijk dat het een handicap betreft, maar bij stotteren zijn de meningen verdeeld. Dat komt ook door de houding van personen die stotteren. Zij zien hun manier van spreken lang niet altijd als handicap of beperking. Keerzijde is dat stotterende sollicitanten ondertussen wel op hun spreken worden afgerekend.
Disclaimer
Dit is een essay. Een genre waarin de schrijver, zo luidt de definitie, ‘een persoonlijke visie geeft op hedendaagse verschijnselen, problemen of ontwikkelingen’. Een visie die ik onderbouw met een inventarisatie van reacties van zestig organisaties die ik de afgelopen maand aanschreef met de vraag of een bepaalde vacature openstaat voor mensen die ‘matig tot hevig stotteren’. Het persoonlijke zit ‘m in het feit dat ik vanaf mijn vierde levensjaar stotter. Ik ben nu 41. Therapeut Ingrid Del Ferro wreef mij op mijn achttiende in dat ik “de ergste stotteraar was die ze ooit had gehoord”. Met haar Del Ferro-methode kreeg haar instituut het voor elkaar dat ik – middels middenrif-ademtraining – vloeiend kon spreken. Het lukte mij helaas niet om die techniek te automatiseren, zoals de bedoeling was. Week na week werd mij vervolgens gezegd wat voor mislukkeling ik was. Ook de sociale omgeving – de school, familie – werd betrokken in dat ‘strafproces’. Ik verliet Del Ferro als verliezer. De schaamte voor het stotteren nam daarna toe, de spreekangst nam verstikkende vormen aan. Del Ferro werd een trauma. Pas later vernam ik dat slechts een fractie van de Del Ferro-cursisten voor de rest van hun leven vloeiend blijft spreken.
Anders dan schrijver Jan van Mersbergen werd er van mij dus niet gedacht dat het vanzelf wel over zou gaan. Vanaf mijn vroege kindertijd heb ik zeker tien verschillende stottertherapieën en logopedie gevolgd. Vooral leraren op de basisschool maakten zich zorgen. Het opmerkelijke: bij mijn beste vrienden kon ik urenlang vloeiend spreken, bij docenten en andere mensen buiten de intieme kring sloeg ik vaak helemaal vast. De bandbreedte om vloeiend te spreken was soms heel smal en soms best breed: in een bepaalde vibe, bijvoorbeeld als ik op vakantie was, kon ik ook met betrekkelijke vreemden goed converseren. Alcohol hielp daarbij. Maar bij collega’s en werkgevers ging het altijd wel moeizaam. Er werd ook nooit echt rekening mee gehouden. Ik werd er vooral op afgerekend. In functioneringsverslagen werd ik gemaand hulp te zoeken hiervoor.
Systemisch
Hoe meer ik me ergens op mijn gemak voelde, echter, hoe beter het ging. Stotterde ik matig dan zag mijn dag er opeens heel anders uit dan wanneer ik hevig stotterde. De ironie wil dat ik op zo’n goede praatdag veel meer mensen met mijn stotteren confronteerde en daar ook de nodige reacties op kreeg. Ik kan me een verjaardagsfeestje herinneren waarin een voormalig SP-Kamerlid mij stevig toesprak: ‘Sorry’, zei hij, en fronste zijn wenkbrauwen. ‘Mag ik vragen of je ooit iets van logopedie hebt gedaan? Als ik zo zou stotteren, zou ik daar echt iets aan gaan doen hoor.’ Hij vroeg zich ook af hoe ik als journalist kon functioneren met zo’n spraakgebrek. Hij kon zich dat niet voorstellen. Ik baalde enorm van deze reactie: die dag ging het praten juist beter dan normaal en zodoende voelde ik me zeker genoeg om naar een verjaardagsfeest van een bevriende collega te gaan, waar ik veel nieuwe mensen zou ontmoeten.
Ik gaf het Kamerlid niet van katoen. Ik begon me te excuseren, dat ik er toch echt alles aan had gedaan om vloeiender te spreken. Beter had ik de geachte volksvertegenwoordiger, notabene van socialistische huize, een biertje in zijn gezicht gegooid. Maar op het moment zelf was ik te verbouwereerd om er wat van te zeggen. En zo ging het vaker. De ingrijpendste vormen van discriminatie worden niet zozeer geuit door spreekkoren op voetbaltribunes, als wel door welbespraakte vertegenwoordigers van gerenommeerde instituten. De discriminatie van personen die stotteren is absoluut systemisch. We worden niet uitgescholden, maar subtiel (en soms bruut) uitgesloten. Het is als stotterend individu levensgevaarlijk om daar tegenin te gaan. Je zult niet alleen met je werkgever in conflict raken maar ook met je naasten, vloeiendsprekers die jou een ‘reality check’ geven. Die zich net als dat Tweede Kamerlid niet kunnen voorstellen dat jij je stotterend kunt redden in bepaalde situaties. De handicap van het stotteren zit ‘m vaak meer in de reacties erop dan in het stotteren zelf. De grootste beperking is de intolerantie van de ander.
Woede
Ja, er zit woede in dit essay! Woede die mijn schrijven kleurt. Woede waarin lang niet elke persoon die stottert zich kan of wil herkennen. Misschien omdat ze nooit zo hevig als ik hebben gestotterd. Misschien omdat ze in een ‘handicapvriendelijker’ omgeving opgroeiden. Misschien omdat ze de uitsluiting hebben geïnternaliseerd of zich gewoon stoer willen houden. Besef dat personen die stotteren al van jongs af aan te horen krijgen dat ze zelf een bepaalde verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit van hun spreken. Je kunt de wereld niet veranderen, horen zij, alleen jezelf. Wie, zoals ik, soms afgeeft op ‘de wereld der vloeiendsprekers’, krijgt algauw het verwijt ‘in de slachtofferrol te kruipen’. Net als Sylvana Simons die het racismedebat in Nederland aanzwengelde.
In de aanloop van dit schrijven werd ik door enkelen in de stottergemeenschap ook voor activist uitgemaakt. Vroeg ik naar ‘negatieve ervaringen op het werk’, dan zou ik vooringenomen zijn en geen oog hebben voor de positieve ervaringen. Er werd niet altijd goed begrepen wat ik wilde blootleggen. Wat meespeelt: stotteren zegt niets over iemands persoonlijkheid. De ene persoon die stottert houdt ervan zichzelf te uiten (zoals ik), de andere persoon leeft liever in de luwte. Voor die laatste groep kan het irritant zijn om het discriminatie- en inclusiedebat ingezogen te worden. ‘Laat mij toch met rust, denkt zo iemand dan, ik vind het wel prima om in spraakarme functies tot mijn pensioen te werken.’ Ook degenen die matig stotteren en daar weinig negatiefs bij voelen, zullen zich ergeren aan mijn soms ‘activisitische’ toon. Daarom nogmaals: dit is mijn persoonlijke visie, maar wel een visie die ik waar mogelijk onderbouw met gebeurtenissen en onderzoeken. Breng na lezing vooral je eigen visie naar voren.
De inventarisatie
Dat gezegd hebbende, deel ik ontving nadat ik onderstaande e-mail stuurde naar zeker zestig recruiters, afdelingen P&O en UWV-adviseurs:
“Met belangstelling las ik de vacature voor [naam functie]. Namens Stichting Support Stotteren ben ik op zoek naar vacatures die geschikt zijn voor ‘personen die matig tot hevig stotteren’. Zou u kunnen aangeven of het voor deze mensen de moeite waard is om te solliciteren op deze functie? Zo nee, wat zouden dan mogelijk de bezwaren zijn?”
Op meer dan zeventig procent van de e-mails kwam geen reactie. De organisaties die wel reageerden, deden dat vaak met de opmerking dat de vacature in principe voor iedereen openstaat, mits gekwalificeerd. Interessant werd het als functionarissen inhoudelijk op de vraag ingingen. Van die reacties licht ik er hier een aantal uit.
Griffier bij de Rechtbank Noord-Nederland
Bij de rechtbank in Leeuwarden reageerde ik op een vacature bij het cluster Familie & Jeugd. De omschrijving: ‘Als senior gerechtsjurist ben je sparringpartner voor de rechter. Je bereidt overwegend complexe zaken voor en overlegt daarover met de rechters. Op de zitting ben je de griffier en na de zitting neem je actief deel aan het raadkameroverleg.’ Eén van de functie-eisen: ‘Goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden.’
Ik reageerde met voornoemde e-mail op deze vacature. Per ommegaande werd ik teruggebeld door een personeelsfunctionaris, een aardige meneer die zijn overwegingen deelde. ‘Van alle functies acht ik griffier het meest geschikt voor mensen die stotteren’, zei hij. ‘In die functie heb je namelijk zelden direct contact met burgers. Er moet veel geschreven worden.’ Maar, zo voegde hij er meteen aan toe: het is niet alleen maar schrijven. ‘Een griffier regelt vaak ad-hoc dingen. De Raad voor de Kinderbescherming bellen, bijvoorbeeld. Of een advocaat die snel nog iets door moet sturen. Aan de voorkant lijkt het dus een stille functie, maar in de praktijk moet toch veel gesproken worden. We sluiten niemand op voorhand uit, maar besef dus wel dat een griffier veel mondeling moet doen. Even stotteren of een kleurtje krijgen is niet erg, maar als je helemaal vast zit, dan kan dat wel problematisch zijn.”
Nachtreceptionist bij hotelketen Bilderberg
Als nachtreceptionist bewaak jij van 23.00 uur tot 07.00 uur de Bilderbergse gastvrijheid, luidt de openingszin van deze vacature. Scannen we de tekst op mondelinge vaardigheden, dan valt dit op: “Vaak is er van alles te doen: gasten inchecken, wake-up calls, reserveringen aannemen en verwerken, vragen beantwoorden, veiligheid in de gaten houden, de dag financieel afsluiten, rekeningen opmaken, een luisterend oor bieden…” In de functie-eisen wordt spreekvaardigheid niet expliciet genoemd. Wel moet de nachtreceptionist zowel Nederlands als Engels kunnen spreken.
Het hotel belde mij dezelfde dag nog. “In crisissituaties moet je wel op kunnen treden”, zo reageerde de P&O’er op de vraag of de functie geschikt is voor personen die stotteren. “Er moet veel met gasten gesproken worden. Een beetje stotteren is prima, maar het wordt lastig als het hevig is. De receptionist spreekt zowel aan het loket als telefonisch. Ook ter bescherming van de kandidaat zelf, zullen we niet zo snel iemand die hevig stottert in deze positie plaatsen.” Net als de Rechtbank Noord-Nederland gaf hij aan dat iedereen vrij is om te solliciteren, stotterend of niet. “Op zich maken we geen onderscheid in dit soort dingen, maar je moet wel weten dat er veel in deze functie gesproken moet worden.”
Steward/stewardess bij KLM
“Iedereen is welkom om te solliciteren”, aldus de recruiter van KLM per e-mail. “Wel kan ik aangeven dat communicatie in zowel Nederlands als Engels een belangrijk aspect is in het beroep van Cabin Attendant (steward/stewardess). Bij KLM Cityhopper werk je in een klein team. Het is van belang om in geval van nood snel en vaardig de juiste commando’s te kunnen schreeuwen om op een zo duidelijk en veilig mogelijke manier passagiers te bewegen en de juiste instructies te doen opvolgen.” Ze vervolgt: “Maar ook is het belangrijk om op drukke momenten passagiers goed te woord te kunnen staan en duidelijke instructies te kunnen geven. Denk hierbij aan vertragingen waarbij we in een korte tijd veel passagiers moeten instrueren over de vervolgstappen. Ik vind het lastig om hier een inschatting van te maken of stotteren hier in de weg kan zitten. Mochten commando’s, speeches en instructies naar passagiers duidelijk en sterk communicatief over komen, dan staat dit een baan als Cabin Attendant niet in de weg.”
Junior systeembeheerder bij de gemeente Rucphen
Als systeembeheerder word je onderdeel van het team ICT, luidt de niet heel verrassende beginzin van deze vacature. ‘Het hoofdbestanddeel van jouw functie zal bestaan uit werkplekbeheer en technisch
applicatiebeheer. Daarnaast controleer en optimaliseer je de werking van de systemen, je analyseert de knelpunten en je adviseert over verbeteringen en optimalisatie.’ Is het de moeite waard te solliciteren als je stottert? De adviseur bedrijfsvoering van de gemeente, per e-mail: “Ik ben bang dat deze vacature niet helemaal passend is voor de doelgroep aangezien veel en regelmatig telefonisch contact onderdeel is van deze functie. Een meer passende vacature bij de doelgroep die momenteel bij de gemeente Rucphen uitstaat is bijvoorbeeld de vacature voor senior medewerker informatievoorziening.”
Stagiair-bureauredacteur bij RTV Utrecht
Je bent als bureauredacteur een echte duizendpoot, begint de vacature. ‘Je bereidt reportages, interviews en berichten voor radio, tv en online voor.’ Is het voor mensen die stotteren de moeite waard om te solliciteren? De eindredacteur, per telefoon. “Op een redactie wordt veel en snel vergaderd”, legt hij uit. “Dingen moeten altijd nu geregeld worden. Voorgesprekken met kandidaten die in de uitzending moeten, bijvoorbeeld. Het werk is 98 procent praten. Voortdurend overleg op de redactie. Om frustraties te voorkomen, aan beide kanten, is het beter als je deze vacature niet voorlegt aan deze doelgroep. Het is niet zo dat onze mensen op de redactie met maar één taakje bezig zijn, bijvoorbeeld administratie, het is all round.” Werkt het op een krantenredactie ook zo, vroeg ik nog. “Waarschijnlijk wel. Beter als je dan kijkt naar functies in ICT of vormgeving. Een redactie als deze is gewoon niet zo’n geschikte plek hiervoor.”
Assistent Schuldhulpverlener MKB
Ook het juridisch adviesbureau Menzing & Partners, met als specialisatie schuldhulpverlening, vraagt om een duizendpoot. Een administratieve duizendpoot, die “meer verdieping” in zijn of haar werk zoekt. “En een bijdrage wil leveren om BV Nederland meer schuldenvrij te laten worden”. De naam van de functie: assistent schuldhulpverlener. Na ontvangst van de e-mail, antwoordt de directeur met een enkele zin: “In deze functie wordt er veel gebeld waardoor deze functie niet direct geschikt is voor mensen die stotteren.”
Verkoopmedewerker Shell-tankstation
Een Shell-tankstation in het Groningse Niebert heeft ‘een veelzijdige bijbaan’ in de aanbieding. Als verkoopmedewerker kom je te werken in ‘een gezellig team’. Je taak? ‘Gasten blij maken met een lekkere kop koffie, thee, frisdrank, een broodje of een warme snack.’ En natuurlijk ‘snel en netjes’ de brandstof afrekenen. Er wordt ‘goede beheersing van de Nederlandse taal’ gevraagd. ‘Engels is een plus.’ Verder moet het vooral snel, een woord dat drie keer in de vacure staat. Is het voor personen die stotteren de moeite waard om op deze functie te solliciteren? De bedrijfsleider deelt zijn twijfels. “Bij ons station heb je tussen de 1.000 en 1.500 klanten per dag en iedereen wordt een-op-een geholpen door bakkerij- en kassamedewerkers. De afhandelingstijd is ongeveer 34 seconden per klant. Per uur draaien we ongeveer 90 klanten en het is de hele dag praten en adviezen geven. Natuurlijk heb ik geen moeite met personen die matig stotteren. De grote vraag is natuurlijk in welke mate het stotteren is en of ze de verwachte tijd gaan halen. Dit om rijen bij de kassa te voorkomen. Ze staan namelijk helemaal alleen bij de kassa.”
Basispsycholoog in de jeugdzorg
Een zorginstelling in Twente is op zoek naar een basispsycholoog in de jeugdzorg. “Iedereen met de juiste achtergrond is zeer welkom om te reageren”, reageert een consultant van de organisatie. “Soms zijn persoonlijke eigenschappen beperkend voor de ene vacature, maar juist passend voor de andere.” Hoe zit dat met stotteren? “Wat zo direct wel bij mij opkomt is dat specifiek in de jeugdzorg geduld bij de cliënten soms ontbreekt, er staat ‘hier en nu’ op het spel.” De consultant ziet wel mogelijkheden in de begeleiding van stotterende cliënten, dan kan de psycholoog zich immers ook ‘ervaringsdeskundige’ noemen.
Conducteur bij de Nederlandse Spoorwegen
‘Jij bent hét aanspreekpunt en visitekaartje van de trein’, aldus de Nederlandse Spoorwegen in een vacature voor conducteur. Kan een persoon die stottert ook zo’n aanspreekpunt zijn? “Ik kan per e-mail helaas niet beoordelen of de functie geschikt is voor de kandidaten die je begeleidt”, reageert frontoffice-medewerker Corrie. “Ik kan wel aangeven dat zeker voor de functie van conducteur communicatie heel erg belangrijk is. Het is belangrijk dat iemand snel, duidelijk en goed informatie kan overbrengen. Zeker in geval van calamiteiten moet hier snel in gehandeld worden en is communicatie erg belangrijk.”
Handhaver bij de gemeente Smallingerland
Smallingerland, een gemeente in Friesland, zoekt een handhaver die goed zichtbaar is in het straatbeeld. “Samen met een collega ga je de straat op en voer je surveillance en gerichte acties uit op het gebied van overlast, hondenbeleid, afval, parkeren en toezicht bij evenementen.” Een functie geschikt voor personen die stotteren? De teammanager reageert uitgebreid per e-mail: “Op voorhand sluit ik niemand uit bij onze vacatures. (..) Als blijkt dat een op papier geschikte kandidaat erg moeilijk uit zijn of haar woorden komt dan moeten het daar wel over hebben. Het is voor deze functie nodig dat je verbaal vaardig bent omdat je in het veld veel over je heen krijgt en dat is met regelmaat bedreigend en intimiderend. In acute situaties kan het ook nodig zijn dat via de portofoon contact wordt gezocht met de meldkamer om politie-assistentie te vragen. Het is de vraag of betrokkene op zo’n moment uit zijn of haar woorden komt. Ook de manier waarop de jeugd onze medewerkers bejegent is regelmatig een uitdaging. Jongeren maken dan bewust gebruik van de ‘zwakke plekken’ in de verdediging van de ander. Het laatste wat ik wil is dat mijn medewerkers beschadigd raken. Vandaar dat je het hier open en transparant over moet hebben, zonder dat je de ander er op voorhand uitsluit. Het staat eenieder vrij om te reageren op de vacature, maar het is goed om je te realiseren wat het van je vraagt en in welke situaties je terecht kunt komen.”
Senior verkoper bij KPN
‘Heb jij graag contact met andere mensen? Solliciteer dan direct bij KPN’, klinkt het in een vacature voor senior verkoopmedewerker. Maken personen die stotteren een kans? Een Randstad-recruiter van het ‘Team KPN Retail & Service’ reageert per e-mail als volgt: “Voor de vacature zoeken we een kandidaat die ervaring heeft in het verkopen, klantcontact en/of gepast advies geven aan klanten. In de winkel helpt de medewerker klanten die de winkel inlopen. Wanneer de winkel rustig is, helpt de medewerker ook klanten aan de lijn (telefonische klantenservice). Omdat het gaat om een supervisor-rol moet men ook andere collega’s opleiden, aansturen op gedrag en sales doelen. Het gaat dus om een functie waar men de gehele dag aan het woord is met zowel klant, collega als telefonisch. Daarom is het helaas niet mogelijk om kandidaten voor te dragen die veel last hebben stotteren. Ik heb ook even op de Randstad-website verder gekeken en ik zie veel vacatures open staan voor de klant Phillips. Ook zie ik vacatures in de productie, monteur, orderpicker, administratief medewerker en het leggen van glasvezel langskomen. Wellicht kunnen dat mooie mogelijkheden zijn.”
Eindredacteur bij Amnesty-tijdschrift ‘Wordt Vervolgd’
Waar Amnesty voor staat, wordt meteen duidelijk in de eerste zinnen van deze vacature voor eindredacteur. “Amnesty International werkt voor mensenrechten. Die waarborgen vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Amnesty doet onderzoek, voert actie en steunt verdedigers van mensenrechten wereldwijd. Wij zoeken collega’s die diversiteit en inclusie belangrijk vinden.” Deze functie geschikt voor personen die stotteren? Desgevraagd laat de hoofdredacteur het volgende weten: “Voor mensen die matig stotteren zie ik geen enkel probleem. Voor hevige stotteraars denk ik echter dat het lastig kan zijn om soepel te bellen en overleggen met onze auteurs, wat een groot onderdeel is van het werk op de redactie.”
Catering-kok bij Noble-bedrijfsrestaurant
Voor het personeelsrestaurant van een groot internationaal bedrijf, zoekt restaurant Noble een catering-kok. ‘Een collega die ons komt assisteren om de lunch voor deze medewerkers te verzorgen.’ Mag de kok stotteren? “Ik denk niet dat deze vacature een belemmering is voor medewerkers die stotteren”, reageert een P&O-functionaris. “Wel kan ik me (voor zover dat mogelijk is!) voorstellen dat het voor de persoon zelf wellicht niet prettig is om de hele tijd te stotteren met deze werkzaamheden. Maar we staan altijd open voor een kennismakingsgesprek om elkaar te leren kennen en samen te kijken of dit een reële mogelijkheid is. Zijn er wellicht nog andere vacatures van ons die geschikt zouden zijn voor deze mensen?”
Vastgoedadvocaat bij de gemeente Utrecht
Zin in gerechtelijke procedures? Dan is vastgoedadvocaat iets voor jou, aldus de gemeente Utrecht. Zou er in deze functie gestotterd mogen worden, is ook hier de vraag. “Het is mijns inziens altijd gevaarlijk en niet over het algemeen te zeggen, of een handicap verstorend werkt in een functie of niet”, mailt de recruiter van de gemeente terug. “Dit kan bij iedereen weer anders uitpakken. Dat is heel persoonlijk. En soms ook van de situatie afhankelijk. (Hevig) stotteren lijkt me een lastige handicap voor een advocaat omdat juist mondelinge vaardigheden bij zo’n functie de ‘sleutel’ zijn. Al is het maar bij het pleiten in de rechtszaal. We staan bij de gemeente over het algemeen open voor iemand met een arbeidsbeperking.”
Bezwaarbehandelaar bij de Belastingdienst
‘Je toont inlevingsvermogen en standvastigheid in je communicatie’, aldus de Belastingdienst in Breda in een vacature voor fiscale bezwaarbehandelaar. ‘Het definitieve besluit verstuur je schriftelijk naar de belastingbetaler.’ Functie-eis: ‘Zeer goede communicatieve vaardigheden. Telefonisch, mail en briefcommunicatie.’ Geschikt voor een gekwalificeerde kandidaat die stottert? Iedereen mag solliciteren op deze functie, aldus een recruiter namens de Belastingdienst. “Dus ook wanneer je matig tot hevig stottert. Mits je de juiste opleiding hebt afgerond. Wat wel goed is om te weten is dat je in de functie van bezwaarbehandelaar veel telefonisch gaat bellen. Hopelijk heb ik je hierbij voldoende mogen informeren.”
Beveiligingsmedewerker in een winkel
Mondeling goed, schriftelijk redelijk. Dat zijn de functie-eisen voor ‘beveiligingsmedewerker winkel’. Naast het voorkomen van winkeldiefstal en agressie, wordt van de beveiliger verwacht dat deze eenvoudige klantvragen kan beantwoorden. Mag iemand in deze functie stotteren? Een adviseur van het Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam (samenwerkingsverband van onder meer UWV en gemeenten) behandelt de reacties op deze vacature. Per reply: “Ik bespreek op korte termijn met deze werkgever hoe hij tegen kandidaten met een matige tot hevige stotterproblematiek aankijkt. Ik ga er nu even vanuit dat deze kandidaten niet tot de doelgroep van ‘arbeidsbeperkten’ worden gerekend. Indien dat wel zou zijn, zijn er subsidiemogelijkheden om deze kandidaten in dienst te kunnen nemen.”
Medewerker kabinet en evenementen bij de gemeente
‘Jij organiseert en coördineert officiële bezoeken, belangrijke evenementen en ontvangsten. In
nauwe samenwerking met de burgemeester zorg je dat deze vlekkeloos verlopen.’ Met deze vacaturetekst werft de gemeente Berg en Dal sollicitanten voor de functie ‘Medewerker Kabinet en Evenementen’. De adviseur P&O reageert per e-mail. ‘De gemeente wil een inclusieve werkgever zijn. Vanuit die invalshoek willen we ons best doen om functies zo in te richten dat ook kandidaten die matig tot hevig stotteren in onze organisatie hun draai kunnen vinden. De eisen die voor een concrete functie van toepassing zijn stellen soms grenzen aan de mogelijkheden die we daarbij hebben. Deze functie bevat voor een deel taken die geen intensief mondeling contact vragen. Maar er zijn ook taken waarbij dat wel het geval is. In de functie-eisen is verwoord dat we van kandidaten verwachten dat ze goed Engels en liefst ook Duits spreken. Een deel van het werk zal door de context (denk aan herdenkingsplechtigheden met binnen- en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders) mogelijk extra stress oproepen. Zeker in een dergelijke situatie moet de medewerker Kabinet en Evenementen zijn of haar rol kunnen vervullen.’
Lader/losser in Roermond
Goede beheersing van de Nederlandse taal, zowel in woord als geschrikt. Dat wordt gevraagd voor de functie van Warehouse Operator in Roermond. ‘Je bent verantwoordelijk voor het laden en lossen van goederenwagens, het picken van orders en het beleveren van klanten.’ Een recruiter van Partner HR Solutions per e-mail: “Zeker mogen personen die stotteren reageren op deze vacature, wel met het aandachtspunt dat deze personen wel een gesprek kunnen voeren.”
Administratief medewerker klantenadministratie KLM
Steward/stewardess wordt lastig, gaf KLM eerder al aan. Maar er staat ook een vacature voor ‘administratief medewerker klantenadministratie’ bij de afdeling vrachtvervoer (Cargo) open. Uitzendbureau Manpower doet hiervoor de selectie. De taken: ophalen/wegbrengen van boordtassen, nagaan of papieren kloppen, contacten met leveranciers en douane. Er wordt goede beheersing van de Engelse en Nederlandse taal in woord en geschrift gevraagd. De vraag: ‘Zou u kunnen aangeven of het voor deze personen die stotteren de moeite waard is om te solliciteren?’ Het antwoord van de Manpower-recruiter: “Ik heb het even gecheckt bij de vestiging. Nu is het helaas niet mogelijk voor deze functie om aan de slag te gaan. Ik heb begrepen dat het in het snelle communiceren zit via portofoons.”
Medewerker debiteurenbeheer
Een raamdecoratiespecialist in Leeuwarden zoekt een medewerker debiteurenbeheer. Die registreert betalingen, geeft orders vrij en int achterstallige betalingen. Een functie op mbo-4-niveau waarin ‘uitstekende’ mondelinge vaardigheden gevraagd worden. Een bedrijf met 140 medewerkers. De financiële afdeling bestaat nu uit vijf werknemers. Uitzendbureau Meer Personeelsdiensten reageert op de vraag of deze functie geschikt is voor personen die stotteren. “Dat zal lastig zijn omdat er veel telefonisch contact is met de klanten en verbale communicatie dan erg belangrijk is. Misschien zijn er andere functies die wel goed ingevuld kunnen worden. Misschien goed om een keer telefonisch contact op te nemen.”
Keukenmonteur
‘Voor ons montageteam zijn wij op zoek naar een (leerling) keukenmonteur die graag wil werken binnen een klein, hecht team met een passie voor keukens. Goede beloning en prettige werksfeer.’ De vacature stond op Werk.nl, de website van het UWV waarop veel vacatures staan voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een adviseur van UWV-Werkbedrijf Leeuwarden reageert met twee korte zinnen. “In dit werk heb je veel directe contacten met mensen. Beetje stotteren zal geen probleem zijn. Heftig stotteren wel.”
Toen ik elf dagen daarna de reacties aan het verzamelen was, besloot ik deze UWV-adviseur te bellen met de vraag hoe ik die zinnen moest interpreteren. ‘Heeft jouw begeleider die mail gestuurd?’, vroeg hij eerst, klaarblijkelijk omdat ik zelf stotterde. Ik gaf aan hoe het zat: dat ik als persoon die stottert onderzoek hoe toegankelijk de arbeidsmarkt is voor mensen zoals ik. De adviseur gaf aan dat ik beter had kunnen vragen of het UWV wilde helpen om geschikte vacatures te zoeken voor personen die stotteren. Dan zou dat intern als project worden opgepakt. Nu had ik zelf een vacature uitgekozen en daarop zomaar gereageerd, wat volgens hem niet anders dan tot deze reactie had kunnen leiden. Mijn aanpak en vraagstelling waren dus verkeerd en hij bleef achter zijn eerste reactie staan. Ik had gewoon niet ‘zomaar’ een vacature uit moeten zoeken. De adviseur zei dat 80 procent van zijn bestand werkzoekenden bestaat uit mensen met een beperking. Iemand met rugpijn, zo gaf hij als voorbeeld, moet dan wel zelf aangeven wat zijn of haar belastbaarheid is. De werkzoekende met beperking heeft een eigen verantwoordelijkheid, wreef hij me in.
Verder maakte deze UWV-adviseur de vergelijking met een werkzoekende zonder rijbewijs. “Die komt ook niet in aanmerking voor een functie waarin gechauffeurd moet worden.” De UWV-adviseur gaf aan vooral realistisch te zijn: hevige stotteraars komen nu eenmaal niet in aanmerking voor banen waarin veel gesproken moet worden, zoals callcenter-medewerker. Dat gaat gewoon niet. Ik gaf gedurende het gesprek steeds aan dat hij de lat echter al legde bij ‘leerling keukenmonteur’. Ook gaf ik aan dat veel mensen die stotteren niet per se gelukkig worden in spraakarme functies met weinig loopbaanperspectief. En dat er – indien dat echt nodig is – ook op andere manieren gecommuniceerd kan worden. O ja, ik kende ook nog een stotterende schrijver die ooit callcenter-medewerker was en dat met veel plezier heeft gedaan.
Waarom, zo vroeg ik door, had de UWV-adviseur niet gereageerd met de vraag wat een persoon die stottert nodig heeft om een eerlijke kans te maken op de functie ‘leerling keukenmonteur’? Hij bleef erbij dat mijn vraagstelling te beperkt was geweest, enkel gericht op die ene vacature. En dat hij en het UWV verder juist hun uiterste best doen om geschikte functies te vinden voor ‘personen met een afstand tot de arbeidsmarkt’. De metaforen stapelden zich op: iemand die blind is, kan toch ook niet… Iemand die niet kan lopen, et cetera. Ik benoemde nog het ‘recht om te stotteren’. Ja, natuurlijk mag jij stotteren, repliceerde hij, maar “we moeten wel realistisch zijn”. In zijn realiteit is het dus onmogelijk dat een hevige stotterende monteur bij klanten over de vloer komt om een keuken in elkaar te zetten. “Tenzij diegene aangeeft dat hij dat zelf wel ziet zitten en uitlegt hoe”, nuanceerde de UWV-adviseur nadat ik heel lang op hem in had gepraat.
Ik wierp terug dat hij te veel verwacht van de vraagstelling van de werkzoekende. De mensen die reageren op een vacature voor ‘leerling keukenmonteur’ en een stellige reactie zoals hij die gaf terugkrijgen, strepen dergelijke functies misschien voorgoed van hun lijstje. Alle functies met klantcontact verdwijnen dan: een verschrikking voor stotterende werkzoekenden die graag onder de mensen zijn. Begreep de UWV-adviseur wel dat hij het gezag is? Nota bene van een overheidsinstantie? Dat er op zo’n vacature ook 17-jarige mbo-studenten reageren die niet de ruimte voelen om door te vragen als een UWV-adviseur zo stellig is. Die door zijn reactie leren dat ze er in deze arbeidsmarkt helemaal alleen voor staan.
De UWV’er benadrukte dat hij gewoon geschikt personeel voor bedrijven zoekt en een zo goed mogelijk “match” probeert te maken. Matige stotteraars, prima, herhaalde hij nog eens. Maar heftige liever niet. “U vraagt, wij draaien?”, vatte ik samen. “Dus als een restaurant expliciet om wit personeel vraagt, dan regelt u dat?” Nee, dat was een foute vergelijking, meende hij, licht geïrriteerd, want het UWV discrimineert natuurlijk niet. Ik hield de UWV’er voor dat hij ook had kunnen vragen wat de stotterende kandidaat nodig heeft om een eerlijke kans te maken. Wat zou de werkgever van hem over het stotteren moeten weten? Waarom koppelde de UWV-adviseur die vragen niet terug? Waarom vuurde hij in de eerste en enige reactie per e-mail meteen die stellige zinnen af: “Beetje stotteren zal geen probleem zijn. Heftig stotteren wel.”
Ondanks die botte eerste reactie, nam hij in het gesprek uitgebreid de tijd om zich nader te verklaren. Hij nodigde mij en Stichting Support Stotteren nadrukkelijk uit om een bredere vraag – ‘Kunt u ons helpen deze doelgroep aan het werk te krijgen?’ – bij het UWV neer te leggen. “Ik reik je nu de hand hè”, benadrukte hij. Ik sprak mijn waardering uit, maar na dit gesprek – eenmaal uit mijn rol als enquêteur – voelde ik woede opkomen. Mijn grootste handicap in het leven is niet mijn stotteren, maar deze houding van het gezag: docenten, werkgevers, therapeuten. Vloeiendsprekers die zogenaamd precies weten wat een persoon die stottert wel en niet kan. Dit zijn de mensen die de wereld voor ‘ons’ ontoegankelijker maken. Ze bedoelen het allemaal goed, maar hun dominante houding ten opzichte van personen die stotteren – wij weten wat goed voor jou is – is schadelijk en verwerpelijk. Het voelt niet alleen als discriminatie, het is discriminatie.
Nog verwerken:
https://lc.nl/friesland/School-weigert-ten-onrechte-stotteraar-22209479.html
www.allesoverstotteren.nl / Stichting Support Stotteren
Manifest Recht om te Stotteren